Van de kust naar de Outback

24 januari 2013 - Mildura, Australië

Onderweg naar het Wilson Promontory National Park passeer ik de grens met de staat Victoria; een nieuw hoofdstuk in mijn Australië-reis. In de meest zuidelijke punt van het land verblijf ik op de mega camping (met eigen outdoor bioscoop) genaamd Tidal River. Normaal gesproken moet je hier als local ruimschoots van tevoren geboekt hebben, maar als buitenlander worden enkele kampeerplaatsen beschikbaar gehouden; altijd prettig natuurlijk! Vanaf mount Oberon heb je een prachtig uitzicht over dit natuurgebied. Een dagwandeling brengt je naar de mooie stranden van Whisky en Picnic Bay en loop je over de ruige kustlijn van Tongue Point naar Darby River.  Jammer genoeg is het strand vergeven van grote steekvliegen, dus echt lekker liggen kun je vergeten.  Dat is wel anders in Cowes, de grootste plaats op Phillip Island waar de strandgangers weelderig vertieren.  De motorsportliefhebbers (onder ons) zullen vooral de grand prix kennen, maar ik kom voor de blue pinguïn parade. Elke avond na zonsondergang komen duizend pinguïns aan land en steken het strand over, op weg naar hun ondergrondse nesten in de duinen. Hoewel je op een tribune dit schouwspel moet bekijken, wordt het natuurlijke gedrag van de dieren niet verstoord en maak je het geheel van dichtbij mee. Op kleinere schaal heb ik in Oamaru (Nieuw-Zeeland) ook deze kleinste pinguïnsoort gezien, alleen dat was overdag. Alvorens ik Melbourne verken, maak ik een rondrit door het bosrijke gebied van de Dandenong Ranges en de Yarra Valley, even ten oosten  van de Sydney rivaal. Ik moet zeggen dat Melbourne niet de allure van haar grote broer heeft, maar ook deze stad heeft zijn mooie plekjes; Federation Square, The Shrine of Remembrance, Victorian Arts Centre. De grootste trekpleister voor mij is de Australian Open. Het tennispark is helemaal uitverkocht en duizenden mensen komen de wedstrijden bekijken. De grote namen spelen vooral op de twee centre courts, maar op de andere banen is ook genoeg te zien. Als verjaardagskado heb ik ’s avonds een kaartje voor de wedstrijd Simon v.s. Monfils; een vijfsetter.

De Great Ocean Road moet elke Australiëganger gereden hebben! Ik kan mij hierin helemaal vinden, als dit inderdaad de 1e kustroute van je reis is. Niet dat de route is tegengevallen, alleen ikzelf heb al zoveel vergelijkingsmateriaal opgedaan in de afgelopen maanden dat het gevaar om de hoek schuilt dat je het afdoet als de normaalste zaak van de wereld. Natuurlijk is het fantastisch te zien hoe de golven, de regen en de wind de meest prachtige rotsformaties gecreëerd hebben zoals de 12 Apostels, London Bridge en de Bay of Islands. Maar ook de kratermeren van Mount Gambier en de zoutpannen van Salt Creek. Het is daarentegen ook een lange afstand; van Anglesea tot Tailem Bend praten we over 2 volle reisdagen.

Ik laat Adelaide links van mij liggen en rij door de bekende wijnstreek van de Barossa Valley richting het noorden. Het landschap verandert langzaam naar de weidse graslanden en woestijngronden van de Outback. Flinders Ranges is vooral een Mekka voor de 4WD, met mijn tweewiel aangedreven campervan kan ik maar een glimp opvangen van dit uitgestrekte natuurgebied. De Wilpena Pound is een door een bergketen omringde vlakte met de St. Mary’s piek (1.182m) als hoogste punt van het gehele kwartsietgebergte van Flinders Ranges. Overdag stijgt de temperatuur ver boven de 30graden uit, dus 7:15 in de ochtend vertrek ik voor de bijna 20km lange wandeling door de Pound.  Het stuk naar Tanderra Sandle is ‘by far’ de steilste beklimming die ik tot nog toe gedaan heb. Je moet echt klimmen! In de middag rij ik eerst 200km terug naar het zuiden alvorens af te buigen voor de bijna 300km naar de mijnstad Broken Hill; dwars door de monotone woestijn van de Outback. Niet dat je echt uit hoeft te zien naar dit soort ritten, het gaat meer om de ervaring van kaarsrechte wegen met roadtrains als tegenliggers. In Broken Hill ga ik ondergronds in de Daydream steenkolenmijn (wat een zwaar leven hebben deze mijnwerkers in het verleden gehad), heb ik een vergezicht over de Mundi Mundi plains (bekend van de Mad Max films), rij ik door de spookstad Silverton en bezoek ik het hoofdkwartier van de Royal Flying Doctor Service (jawel die van de jaren 80 serie). Mij resteren nu nog 5 dagen voordat ik terug moet zijn in Melbourne. Ik wil in ieder geval Grampian National Park in en zaterdag 26-01 is het Australian Day, een nationale feestdag. Wie weet een soort Koninginnedag? 

Foto’s

2 Reacties

  1. Matthijs:
    28 januari 2013
    Klinkt allemaal weer behoorlijk goed Wil.

    Naast de great ocean road ook zeker geen verkeerd potje tennis om te kijken.

    Genieten vriend!

    Gretts Matt
  2. Steven:
    28 januari 2013
    Prachtige kustlijn tjoh je begint echt verwend te raken! Die 5de set van monfils was een thriller, die pak je maar mooi mee!Zag dat slechte weer richting Sydney trekt dus hoop dat je je regenpak nog niet hebt weggegooid :)