Top End Part 2

Darwin is een echte reishub waar toeristen vanuit alle wereldstreken zich verzamelen voor hun ontdekkingstocht door de Northern Territory. Een korte nacht in het hostel wordt opgevolgd door de start van de 2e toer. Het vorige reisgezelschap is uitgedund tot 6 personen en met onze eigenzinnige gids Henry moet een afstand van ruim 1500km naar Alice Springs afgelegd worden. Een ontbijtje bij Adelaide River doet een mens goed; opstaan bij de krieken van de dag went namelijk niet. In Leliyn wordt de kracht van regenwater bevestigd. Door een overstroming is een deel van de rotsen weggeslagen en heeft het water alles in zijn pad verwoest. Dit is onze 1e zwempartij van de dag,  waarna meerdere zullen volgen; Henry moet minimaal 2 keer per dag gezwommen hebben en wij volgen trouw; beetje aparte reisleider zegmaar. Ik laat het kanovaren in  Katherine Gorge aan mij voorbij gaan; de hitte zo midden op de dag is net even iets teveel van het goede. Een plons in de rivier geeft mij iets van een zicht op dit  natuurverschijnsel. In Elsey National Park ligt een natuurlijke hotspring 'Korran'; een mineraalrijke beek waar de stroming je door de natuur voert. Onderweg worden we begroet door uit de kluitengewassen spinnen en een waterschildpad. Het kamp voor de nacht wordt opgeslagen in Larrimah, een echte outpost met Pink Panther pub en dierentuin. Sneeky Sam is de grootste attractie, een drie meter lange saltie croc; tijdens voedertijd is de reactiesnelheid en bijtkracht best beangstigd. Je staat op een halve meter achter een slap hekje en hoort de kaken dichtslaan. Met een koud drankje in de hand wordt de slangen en hagedissen tevoorschijn gehaald; ik ben niet echt een held op dat gebied,  dus voor mij geen python om de nek. De aanblik van een verlaten landschap wordt de volgende morgen pas echt duidelijk. Met een treinje rijden we een stuk over de oude spoorlijn door een gebied wat nog geen dertig jaar wemelde van de activiteit. Door de komst van de roadtrain en de Stuart Highway is vervoer per trein stil komen te vallen en het rangeerterrein van Larrimah afgebroken. Een beetje toerisme is het enige wat eigenlijk nog resteert voor dit gehucht. Hetzelfde geldt in zeker mate voor Daly Waters Pub, een beroemde kroeg in de outback van dit deel van Australie, maar een leuke onderbreking van een anders zeer lange autorit. In Banka Banka cattle station wordt de slaapzak onder de sterrenhemel uitgerold. In de woorden van Bert Visscher; waarom slapen op een dun matrasje als je ook op een Auping kan liggen! Kamperen op deze manier is een soort reality check, je moet het omarmen voordat je echt het plezier ervan in gaat zien. De 3e dag brengt ons eerst naar Tennant Creek telegraph station. In de late 19e eeuw wordt een route door de outback ontdekt door John McDouall Stuart en daarmee de afstand tussen Australie en Engeland aanzienlijk verkleind. De aanleg van een telefoonlijn is daar een vervolg van. Dit soort kleine dingen laten zien hoe moeilijk het leven in die tijd geweest moet zijn. Devils Marbles is een ander hoogtepunt van deze tour; roestrode rotsen in een woestijnlandschap. Voor Aboriginals is dit een secret place als onderdeel van hun scheppingsverhaal. De marker van 200km wordt aangedaan en Alice Springs komt inzicht. Het voordeel van reizen is een bus voor 21 personen is dat een ieder van ons zijn eigen bank heeft en je een soort hordespecialist moet zijn om van voor naar achteren te komen, maar ik zou voor geen goud het vliegtuig nemen. Door de bezochte plekken en het alsmaar wijdse landschap van praktisch 'niets' zie je met eigen ogen hoe authentiek sommige dingen zijn en soms in de tijd hebben stilgestaan. Met een gezellig hapje eten in Annie's place wordt de tour afgesloten en de zinnen verzet naar het leven in de bush!